Fungiciden zijn landbouwchemicaliën die zijn ontworpen om verschillende plantinfecties te voorkomen en te behandelen. Er zijn talloze producten op de markt, sommige voor groenten, andere voor voedergrassen en granen, en weer andere voor de bescherming van fruitbomen en -struiken. Zo is het fungicide "Alpari" ontwikkeld voor de behandeling van graangewassen en suikerbieten. Het verhaal van vandaag gaat dieper in op de mogelijkheden ervan.
Wat is inbegrepen in de samenstelling en bestaande vormen van vrijgave
Dit product is een systemisch fungicide met twee componenten. Het is verkrijgbaar als geconcentreerde emulsie. De aanwezigheid van twee componenten, beide triazolen, versterkt de effectiviteit.
De werkzame stoffen van Alpari zijn:
- propiconazool - 250 gram/liter;
- cyproconazol - 80 gram/liter.
Dit product is een contact- en systemisch bestrijdingsmiddel met preventieve en therapeutische werking. Het is verkrijgbaar in plastic jerrycans van 5 liter.
Werkingsmechanisme
De twee componenten van dit fungicide zorgen voor een alomvattende werking op de behandelde planten. Het bestrijdingsmiddel begint direct na toepassing op de infectieplek te werken.

Propiconazol remt de ergosterolbiosynthese, stopt de vorming van schimmelsporen en voorkomt dat de infectie zich binnen twee dagen na bespuiting verspreidt. De stof stimuleert de ontwikkeling en groei van planten en verbetert de fotosynthese in de vlagbladeren van granen.
Cyproconazol, getransporteerd in de stengels en bladeren van planten, richt zich op verschillende soorten roet en remt de sterolbiosynthese, zelfs in lage concentraties. Deze complexe werking zorgt voor:
- bescherming van suikerbieten tegen de meeste schimmelinfecties;
- preventieve en therapeutische effecten op gecultiveerde gewassen;
- planten beschermen tegen echte meeldauw;
- effectieve werking vanaf het eerste uur na het aanbrengen;
- langdurige bescherming van gewassen, tot 28 dagen;
- Kan gedurende het hele groeiseizoen gebruikt worden.

Waarvoor wordt het gebruikt?
Alpari wordt gebruikt voor het bespuiten van suikerbieten, zomer- en wintertarwe, gerst, winterrogge en haver. Het fungicide voorkomt de ontwikkeling van diverse soorten roest en vlekken, echte meeldauw en septoria.

Berekening van het verbruik
Het geneesmiddel wordt gebruikt volgens de instructies van de fabrikant. Het is niet toegestaan de concentratie van het fungicide te overschrijden bij het bereiden van de werkoplossing.
| Fungicideverbruik (concentraat), in liters per hectare | Te verwerken planten | Tegen welke infecties beschermt het? | Verbruik van werkvloeistof, in liters per hectare, verwerkingstijd |
| 0,5-0,7 | Suikerbiet | Echte meeldauw, phomosis, cercospora | 300. Groeiseizoen, 1 behandeling bij constatering van de ziekte, 2 – 2 weken na de eerste bespuiting. |
| 0,4-0,5 | Winter- en lentegerst | Gestreept, netvormig, donkerbruine vlek, dwerg, stengelroest, echte meeldauw, rhynchosporiose. | 300. Groeiseizoen |
| 0,4-0,5 | Winter- en lentetarwe | Bruin, geel, stengelroest, echte meeldauw, pyrogenoforose. | 300. Groeiseizoen |
| 0,4-0,5 | Winterrogge | Stengel- en bruine roest, rhynchosporiose, echte meeldauw, septoria | 300. Groeiseizoen |
| 0,4-0,5 | Haver | Roodbruine vlek, kroonroest | 300. Groeiseizoen |
Voor granen is één behandeling voldoende. Spuiten dient te gebeuren bij bewolkt, windstil weer.

Gebruiksaanwijzing
Gewassen worden behandeld met een werkoplossing van het preparaat. Deze wordt vóór het spuiten bereid en maximaal 24 uur bewaard. De voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte. Een derde van de benodigde hoeveelheid water wordt in een tank gegoten, terwijl de roerder draait, het emulsieconcentraat wordt toegevoegd en tot het berekende volume water wordt toegevoegd, onder voortdurend roeren. De bereide oplossing wordt in de spuitmachines gegoten.

Voorzorgsmaatregelen
Planten worden behandeld met beschermende kleding, ademhalingsmaskers en speciale handschoenen. Personeel krijgt een veiligheidstraining voor het werken met fungiciden. Roken en eten zijn tijdens het werk verboden. Alpari is geclassificeerd als gevarenklasse 3 (matige toxiciteit) voor mens en bij. Het wordt niet gebruikt in waterbeschermingsgebieden.

Hoeveel en hoe te bewaren
Landbouwchemicaliën worden opgeslagen in droge, koele en goed geventileerde ruimtes. Magazijnen bevinden zich apart van woongebouwen; diervoeders en additieven voor pluimvee worden niet in de buurt opgeslagen. Fungiciden worden bewaard in goed afgesloten, fabrieksmatig verzegelde verpakkingen met leesbare informatie over de naam, het doel en de samenstelling van het product. Het fungicide is twee jaar houdbaar.
Analogen
Preparaten met dezelfde werkzame stof: "Alto Super" EC; "Atlant Super" EC; "Virtuoz" EC; "Maestro" EC; "Profi Super" EC.










