Symptomen van ziekten en plagen op hazelnoten, bestrijdingsmaatregelen

Ziekten en plagen van hazelnoten kunnen de opbrengst van deze struik verminderen. Hazelnoten dragen niet regelmatig vrucht, dus schimmelinfecties en insecten moeten worden bestreden voordat ze verschijnen. Hazelnoten zijn minder vatbaar voor ziekten als ze goed worden verzorgd en regelmatig worden bemest. Ter preventie kunt u de takken en de grond in het voorjaar behandelen met fungiciden en insecticiden.

Belangrijkste ziekten en bestrijdingsmethoden

Hazelaar, ook wel bekend als hazelnoot, wordt al vele jaren gekweekt. Tuinders noemen hem hazelnoot. Deze tuinstruik heeft dezelfde immuniteit als zijn wilde verwant. Met de juiste verzorging, tijdige snoei en regelmatige bemesting is de plant zelden vatbaar voor ziekten.

In mei en juni, tijdens warm, soms regenachtig weer, worden veel schimmels actief. Preventief spuiten met fungicide-oplossingen kan dit voorkomen. Twee tot drie behandelingen per seizoen zijn nodig. In de tweede helft van de zomer, tijdens het warme weer, vertraagt ​​de ontwikkeling van infecties en neemt de incidentie van ziekten af.

Diplodiase

De schimmelinfectie overwintert in afgevallen twijgen, bladeren en plantenresten, en in het voorjaar, tijdens warm, regenachtig weer, worden de sporen actief. De schimmel tast de takken van de struik aan, waardoor de bast donkerder wordt en de bladeren krullen, bruin worden en uitdrogen. De zieke takpunten lijken verbrand en worden na verloop van tijd broos en breken af.

Als dergelijke schade wordt geconstateerd, moeten alle zieke takken en bladeren onmiddellijk worden verwijderd. In het voorjaar is het raadzaam om de scheuten van de struik preventief te behandelen met Bordeaux-mengsel. In de zomer kan het blad worden bespoten met HOM of Abiga-Peak.

Echte meeldauw

De schimmel is gemakkelijk zichtbaar op bladeren: ze raken bedekt met een witte, pluizige laag. Na verloop van tijd verkleurt het geïnfecteerde blad geel. De schimmel blijft aanwezig in afgevallen bladeren en als mycelium in knoppen. Als preventieve maatregel worden kale takken in het voorjaar besproeid met een colloïdale zwaveloplossing.

Afgevallen bladeren moeten in de herfst van de stam van de boom worden verwijderd. Als er witte schimmel wordt aangetroffen, verwijder dan alle geïnfecteerde bladeren. Bespuit de struik met een fungicide oplossing (Skor, Thiovit Jet).

Fyllosticose

Dit is een geelbruine bladvlek. De ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel die overwintert in afgevallen, geïnfecteerde bladeren. Er verschijnen okerbruine vlekken van verschillende grootte met een donkere rand op de bladeren. Het aangetaste bladweefsel barst en valt af.

Aangetaste bladeren verkleuren voortijdig geel en vallen af. Om deze ziekte te voorkomen, is het raadzaam om in het vroege voorjaar preventief te spuiten met Bordeaux-mengsel, Abiga-Peak of HOM.

Okerbruine vlek

Een schimmelziekte waarvan het belangrijkste symptoom het verschijnen van okerbruine vlekken op de bladeren is. Zwarte pycnidia ontwikkelen zich aan de onderkant van het blad. Na verloop van tijd barsten de vlekken en vallen ze uit, waardoor er gaten in de bladeren ontstaan. Door de schimmel aangetaste bladeren verkleuren vroegtijdig geel en vallen af. Om dit te voorkomen, kunt u de plant bespuiten met Bordeauxse pap en bij vlekken fungiciden gebruiken zoals Hom of Abiga-Peak.

Roodbruine vlek

Een schimmelinfectie die bladeren aantast en roodbruine vlekken veroorzaakt. Aan de onderkant van het blad ontstaan ​​geelachtige sporen. Schimmelsporen worden door de wind of regendruppels verspreid en infecteren gezonde bladeren. Aangetaste bladeren krullen op en drogen uit.

Preventieve behandeling met Bordeaux-mengsel en bespuiting met fungicide middelen (HOM, Abiga-Peak) beschermt tegen infectie.

Cercospora bladvlek

Dit is een schimmelinfectie die gekenmerkt wordt door kleine bruine vlekjes met een roodbruine rand. De vlekjes kunnen samensmelten, groter worden en grijs worden. Op het aangetaste weefsel ontwikkelt zich een vuilwit mycelium met sporen. De aangetaste bladeren worden geel, drogen uit en vallen af. Bordeaux-extract wordt preventief gebruikt. De ziekte wordt behandeld met fungiciden (Abiga-Peak, Strobi).

Zwarte vlek

Phomopsisziekte wordt veroorzaakt door een schimmel. De activiteit ervan is te zien aan de verschijning van lichtgekleurde plekken met bruine vlekken op de bladeren. Aan de onderkant van het blad zijn kleine zwarte puntjes – de schimmelperithecia – zichtbaar op de aangetaste plek. De infectie is het meest actief bij warm, vochtig weer. Behandeling met Bordeauxse pap en fungicide preparaten (Fundazol, Thiovit Jet) kan de schimmelvorming voorkomen.

Roest

Een schimmelinfectie tast de bladeren aan en veroorzaakt roestige of oranjebruine vlekken. Aan de onderkant van het blad zijn oranje blaadjes met sporen zichtbaar. Aangetaste bladeren verkleuren vroegtijdig geel en vallen af. Bespuiten met fungiciden zoals Strobi, Topaz en Poliram voorkomt roest. Ter preventie worden koper- en zwavelhoudende producten gebruikt.

Witte rot

Deze ziekte staat ook bekend als sclerotinia. Tekenen van een schimmelinfectie zijn onder andere witte vlekken op bladeren, vruchten en takken, schilferige slijmlaag en verweking van takken en bladeren. Het blad, bedekt met een dun laagje, raakt doordrenkt met water en verkleurt. De wortels raken bedekt met een witte slijmlaag. De plant verwelkt. De schimmel is het meest actief bij koel, regenachtig weer. Kopersulfaat, ureum, zinksulfaat en fungicide sprays voorkomen infectie.

Vuurvlekkenziekte

De infectie is het meest actief bij warm en vochtig weer. Aangetaste bladeren worden eerst bedekt met lichtgroene vlekken, die vervolgens bruin worden. Deze vlekken drogen vervolgens op, maar blijven aan de takken vastzitten. Jonge takken worden donkerder. Vruchten rijpen niet en worden necrotisch. Alle aangetaste delen van de plant moeten worden verwijderd. Aangetaste struiken worden bespoten met fungiciden (Aktara, Strobi) en koperhoudende preparaten.

Moniliose

Dit is een schimmelziekte die ervoor zorgt dat bladeren, bloemen en jonge takken verwelken en vervolgens afsterven. De infectie is het meest actief bij vochtig, koel weer. In het voorjaar verliest de aangetaste hazelaar zijn bloemen, beginnen de bladeren aan de uiteinden van de takken te verwelken en zet de vrucht niet af. Om de ziekte te voorkomen, kunt u de plant vóór de bloei behandelen met Bordeaux-mengsel of Skor- of Horus-fungiciden.

Belangrijkste plagen en bestrijdingsmethoden

Tijdens de zomerhitte kunt u zwermen insecten opmerken die de struik aanvallen. Bestrijding van ongedierte moet in het voorjaar beginnen, wanneer de insecten uit de grond komen of uit hun eitjes komen. Om de insecten te bestrijden, zijn drie tot vier behandelingen nodig gedurende het groeiseizoen. Bespuit de struik niet met bestrijdingsmiddelen tijdens de bloei.

Groene tuinwants

Dit kleine groene insect met een platte rug voedt zich met plantensap. Het is zeer behendig en een goede vlieger. Vrouwtjes leggen in de zomer eitjes in het plantenweefsel. Na de overwintering komen de larven in het voorjaar uit en migreren naar jonge bladeren en knoppen. Door de insecten beschadigde bladeren worden gerimpeld en verkleuren vaak geel, terwijl de bloeiwijzen afvallen en de vruchten misvormd raken.

Als preventieve maatregel wordt de struik in het vroege voorjaar, voordat de bladeren opengaan, bespoten met insecticiden: Fufanon, Actellik, Iskra, Inta-vir.

Berken speldenkussen

De larven van dit insect overwinteren in spleten in de bast. In het voorjaar komen ze tevoorschijn. Het insect voedt zich met plantensap. De vrouwtjes stoppen met bewegen terwijl hun eicocons zich vormen. Het insect heeft een grijs, bol schild dat later bruin wordt. Een witte eicocon komt onder het schild vandaan.

Midden in de zomer komen de larven tevoorschijn. Ze hechten zich aan de plant, voeden zich met het sap en blijven vrijwel onbeweeglijk. In de winter kruipen ze terug in de spleten van de schors. Als preventieve maatregel kunt u de struik in het vroege voorjaar bespuiten met insecticiden van Fufanon en Kemifos. In de zomer kan het blad worden behandeld met Iskra, Actellic en Inta-Vir.

Hazelnootkever

Dit is een kleine, bruinachtige kever met een lange roltong. Hij wordt beschouwd als de grootste plaag voor hazelnoten. Zijn activiteit kan de oogst met 55-80 procent verminderen. In de vroege zomer leggen de vrouwtjes eitjes in jonge hazelnoten. De larven komen al snel uit, voeden zich met het vruchtvlees en graven zich door de vrucht.

De snuitkever voedt zich met jonge, onrijpe noten. Door de larven beschadigde vruchten vallen op de grond. De snuitkever kauwt een gat in de noot en graaft zich in de grond. Sommige insecten kunnen al in augustus tevoorschijn komen, terwijl andere 1 tot 3 jaar in de grond kunnen overwinteren op een diepte van 40 centimeter. De bestrijding moet vóór het leggen van de eieren beginnen. In de eerste tien dagen van mei worden de grond en de takken van de struik bespoten met insecticiden (Aktara, Confidor, Calypso).

Hazelnoot pijprol

Dit is een kleine zwarte kever met een rode rug. Na de bevruchting kauwen vrouwelijke bladrollers een blad kapot, rollen het op tot een buisje en leggen er hun eitjes. De uitgekomen larven voeden zich met het sap van de plant. Het opgerolde blad valt vervolgens op de grond en draagt ​​de insecten mee. In het voorjaar wordt preventief gespoten met insecticiden van Fufanon en Kemifos om bladrollers te beschermen.

Noordelijke berkenbladwesp

Dit vliegachtige insect legt eitjes op hazelaarbladeren, waaruit larven komen. Ze voeden zich met groen blad. Fufanon, Actellic, Inta-vir en Kemifos zijn effectief tegen deze plaag.

De mot

Een kleine vlinder met bontgekleurde vleugels. De larven boren tunnels in het bladweefsel, waarbij de huid intact blijft. Volwassen rupsen buigen de bladpunt tot een kegel en blijven zich voeden met het sap van de plant. Fufanon, Kinmix en Actellic worden gebruikt ter preventie en bescherming.

Hazelnoot slangmot

Een kleine vlinder met grijsbruine vleugels. Hij legt eitjes, waaruit rupsen komen. Deze kleine insecten graven zich vervolgens in het blad, maken kronkelende tunnels en voeden zich met het sap en weefsel. Actellic, Fufanon en Kemifos worden gebruikt om de mot te bestrijden.

Zakmot

Een kleine, zilverkleurige vlinder. De rupsen vreten het weefsel in het blad weg. De insecten vouwen ook de bladrand om, waardoor er een zakje ontstaat, en verstoppen zich erin om zich te voeden met het sap. Voordat de bladeren uitkomen, moet de hazelaar worden bespoten met Fufanon en Kemifos.

Moerbaard

Een klein insect met een donker, langwerpig lichaam en lange voelsprieten. Ze leggen eitjes onder de schors van jonge takken. De larven knagen door de kern van de scheuten, waardoor deze verwelken. Het snoeien van dode takken en het behandelen met insecticiden (Actellic, Karbofos) kan helpen om de boktor te bestrijden.

Elzenbladkever

Een kleine, ronde kever met een iriserende paarse rug. Volwassen exemplaren en larven voeden zich met hazelaarsbladeren. Insecticiden zoals Karbofos en Rogal worden gebruikt om de plaag te bestrijden.

Preventieve maatregelen

Preventieve maatregelen helpen veel ziekten te voorkomen en beschermen de struik tegen insectenplagen. Verwijder in de herfst, nadat de bladeren zijn gevallen, alle gevallen bladeren en takken en verbrand ze buiten de tuin. Het is aan te raden om de grond rond de boomstam om te spitten om schimmels en insectenlarven te doden. Snoei in deze periode zieke en dode takken.

Een goede teelt van hazelnoten versterkt de immuniteit en houdt de gezondheid van de struik in stand. Ziekten komen vrijwel niet voor bij goed onderhouden struiken die in vruchtbare grond groeien. In het voorjaar moet de grond worden bemest met stikstof, kalium en fosfor.

Voordat het sap begint te stromen, is het aan te raden de stengel te behandelen met Bordeauxse vloeistof, de takken te besproeien met een colloïdale zwaveloplossing en de grond rond de stam te besproeien met kopersulfaat opgelost in water. Ziektepreventie is echter alleen nodig als de plant tijdens het groeiseizoen vatbaar is voor frequente ziekten.

Om insectenpopulaties te verminderen, worden wormnoten in de zomer verzameld. Het blad wordt in het voorjaar, tijdens het vliegseizoen van de insecten, en in de zomer, wanneer de larven uit de gelegde eitjes komen, behandeld met insecticiden. Wanneer de plaagpopulatie laag is, wordt de struik bespoten met insectenwerende oplossingen en infusies (aardappelloofafkooksel, alsemaftreksel of een oplossing van zeep en as).

Tips van ervaren tuiniers

Om hazelaars te beschermen tegen ziekten en insecten, raden ervaren tuiniers aan om regelmatig onkruid en afgevallen bladeren te verwijderen. Ook beluchting, het losmaken van de grond en tijdig bemesten verbeteren de conditie van de struik.

Voordat u chemische middelen gebruikt, is het belangrijk om de aard van de schade vast te stellen. Vergeet bij het behandelen van struiken de wortels niet, aangezien veel ziekten daar beginnen.

Insecten verstoppen zich graag in de grond. Het is aan te raden om de grond in het vroege voorjaar te behandelen met een kopersulfaatoplossing en insecticiden. Verwijder alle droge takken en bladeren vóór de winter.