Beschrijvingen van de 20 beste kersenrassen voor de teelt in Centraal-Rusland

Welke kersenrassen zijn geschikt voor Centraal-Rusland? Deze vraag houdt veel tuinders bezig die dit gewas op hun percelen willen telen. In tegenstelling tot kersen zijn kersen meer warmteminnend en verdragen ze geen extreem koude winters. Dankzij de inspanningen van veredelaars zijn er nieuwe, "winterhardere" rassen ontwikkeld. Hybride kersen stellen minder eisen aan gunstige weersomstandigheden en dragen betrouwbaar vrucht, ongeacht de wintertemperaturen.

Beschrijving van het klimaat van Centraal-Rusland

Dit is de gebruikelijke naam voor het Europese deel van Rusland. Het weer is hier gematigd continentaal. De winter begint in de tweede helft van november en duurt tot bijna half maart. Januari wordt beschouwd als de koudste maand. In deze maand kan de thermometer dalen tot -29 graden Celsius. De gemiddelde wintertemperatuur varieert van -2 tot -14 graden Celsius. In deze regio zijn alle wintermaanden sneeuwrijk en ijzig.

De sneeuw begint pas half maart te smelten. Warmere lenteweer wordt vaak gevolgd door langdurige koude periodes met sneeuwval en vorst. Pas half mei keert het warme weer terug, met temperaturen die oplopen tot 10-15 graden Celsius. Maar zelfs in deze tijd van het jaar zijn terugkerende koude periodes mogelijk.

In Centraal-Rusland heerst de hele zomer warm en aangenaam weer. De zomertemperaturen variëren van 22 tot 25 graden Celsius. Het weer wordt beïnvloed door hogedrukgebieden, die temperaturen tot 30 graden Celsius met zich meebrengen, en door cyclonen met regen en onweer.

Met de komst van september gaat de zomer geleidelijk over in de herfst. Het weer koelt geleidelijk af, met nachttemperaturen die onder het vriespunt dalen en toenemende regenval. Vanaf de tweede helft van oktober verslechtert het weer verder. De wind wordt koud en vochtig, met frequente natte sneeuw. In november dalen de temperaturen onder het vriespunt. Tegen het einde van de maand is de hele regio Centraal-Rusland bedekt met sneeuw.

De beste variëteiten

Het klimaat van Centraal-Rusland maakt de teelt van verschillende kersenrassen mogelijk. De meeste bomen zijn zelfsteriel, dus om een ​​hoge opbrengst te behalen, moeten er meerdere kersenrassen in de tuin worden geplant.

Winterhard

In het Europese deel van Rusland is het raadzaam om winterharde soorten te kweken waarvan de kroon bestand is tegen vorstscheuren en waarvan de bloemknoppen in de winter niet snel bevriezen. Het is het beste om bomen te planten die dichter bij juni bloeien, zodat hun bloemen niet worden aangetast door voorjaarsvorst.

Veda

Een inheemse hybride, speciaal gekweekt voor de centrale regio. Deze 2,5 meter hoge boom is vorstbestendig. Hij bloeit half mei en is bestand tegen terugkerende vorst. De oogst begint eind juli.

Dit is een tafelras met zoete, middelgrote, donkere kersenbessen. Eén volwassen boom kan bijna 23 kilo kersen opleveren. Dit ras is zelfsteriel. Om de vruchtvorming te bevorderen, moeten er bestuivers (Bryanochka) in de buurt worden geplant.

Brjansk roze

De plant bloeit half mei en draagt ​​vruchten eind juli en augustus. Elke boom levert 25 kilo op. De bessen zijn zoet van smaak en middelgroot (elk weegt maximaal 5,45 gram). Het vruchtvlees is sappig en knapperig. De schil van rijpe bessen heeft een geelroze tint. Deze plant is zelfbestuivend.

Iput

Een winterharde kersenboom met grote, zeer zoete bessen, die bij rijpheid bijna zwart zijn. Een volwassen boom bereikt een hoogte van 3,45 meter. Hij bloeit in mei en de bessen rijpen eind juni. Elke volwassen boom kan tot 45 kilo opleveren. De variëteit is zelfsteriel.

Odrinka

Een winterharde variëteit. Bloeit in mei en rijpt in juli. De bessen (elk 5,45 gram) zijn donker kersenrood, zoetig en hebben sappig, knapperig vruchtvlees. De boom is zelfsteriel en heeft bestuivers nodig.

Jaloezie

Een winterharde plant die in het vijfde jaar vruchten begint te dragen. Hij bloeit half mei en de vruchten worden begin juli geoogst. De bessen zijn donkerrood, lichtzoet, knapperig en sappig. Elke bes weegt 4,67 gram. Elke volwassen boom kan 14-20 kilo bessen opleveren. Hij is gedeeltelijk zelfbestuivend.

Roze parel

De oogst van zoete, grote, oranjeroze bessen kan al in de eerste week van juli worden geplukt. De eerste vruchten rijpen wanneer de boom vijf jaar oud is. Deze zelfsteriele variëteit is uitstekend winterhard dankzij de bloemknoppen.

Fatezh

De boom rijpt middenvroeg. De bessen zijn middelgroot, zoet van smaak en geelrood van kleur. De boom is bovengemiddeld winterhard. Hij is zelfsteriel.

Geelvruchtig

In een tuinperceel vlakbij een bos kun je het beste gele kersen planten. Vogels hebben geen last van gele bessen en geven de voorkeur aan rode. Deze rassen leveren een veel hogere opbrengst op.

Gele Drogana

Een vroegdragende hybride, ontwikkeld in Duitsland. De eerste bessen verschijnen in het derde levensjaar. De bloei vindt plaats in het voorjaar, in mei. De oogst kan plaatsvinden in de eerste week van juli. Bestuivers moeten dicht bij de boom worden geplant. De kersen zijn zoet, hebben een goudgele schil en zijn groot. Een enkele bes kan tot 8 gram wegen. Dit is een geschikte grootvruchtige kersensoort voor het Europese deel van het land. Andere grootvruchtige rassen (zoals Bull's Heart) zijn meer warmteminnend.

Leningrad Geel

Een winterharde, productieve plant. De bessen rijpen in augustus. Kersen hebben een goudamberkleur en zoet, sappig vruchtvlees. Elke bes weegt 3,45 gram. De bomen hebben een goede weerstand en worden zelden aangetast door ziekten of insecten.

Oryol barnsteen

Een hoge boom die in het vierde jaar vruchten begint te dragen en jaarlijks tot wel 35 kilo bessen produceert. Deze variëteit bloeit half mei. De oogst kan eind juni plaatsvinden. De bessen zijn sappig, aromatisch en ambergeel. Elke bes weegt 5,45 gram.

Homestead geel

Een vroege, zelfbestuivende plant die geen bestuivers nodig heeft. De bessen zijn sappig en knapperig en wegen 5,45 gram per stuk. De kersenboom bloeit voor het eerst in zijn zesde jaar. Het is een winterharde plant die strenge winters goed verdraagt.

Chermashnaya

Een hoge boom die in het derde of vierde jaar voor het eerst bessen produceert. Deze kersensoort rijpt in juli. De bessen zijn middelgroot (4,45 gram), gelig van kleur en hebben een zoete, delicate, dessertachtige smaak.

Laaggroeiend en dwerg

In een kleine tuin is het aan te raden om lage, dwergbomen te planten. Deze zijn makkelijker te oogsten en leveren een bijna even rijke oogst op als hogere bomen. Zuil- en dwergkersenbomen dragen eerder vrucht. Populaire variëteiten zijn onder andere Helena, Sylvia, Original, Treurkers, Valeria en de Canadese variëteiten Compact Lambert en Compact Stella.

Zelfbestuivend en vroegbestuivend

Zelfbestuivende variëteiten zijn variëteiten waarvan de bloemen door hun eigen stuifmeel bestoven kunnen worden. Zelfbestuivende variëteiten produceren ongeveer 42 procent van het totale aantal bloemen. Deze variëteiten vereisen geen kruisbestuiving en zijn niet afhankelijk van bijen. De beste variëteiten worden beschouwd als Narodnaya Syubarova, Priusadebnaya Zheltaya en Danna. Gedeeltelijk zelfbestuivende variëteiten zijn onder andere Ovstuzhenka en Revna.

Bij het kiezen van een ras letten tuinders op het jaar waarin de eerste bessen verschijnen en wanneer ze rijp zijn. Vroegdragende bomen zijn bomen die in hun derde jaar beginnen met vrucht dragen (Chernaya rannyaya, Zorka, Leningradskaya rozovaya).

Zoet

Voor veel tuinders is het belangrijkste criterium bij de keuze van een ras het suikergehalte van de bessen. De zoetste kersen (ongeveer 13-14% suiker) zijn de Yaroslavna en Ostozhenka. De Tyutchevka heeft iets minder suiker (11%).

Timing en methoden voor het kweken van een boom

Houd bij het kiezen van een kersenboom voor in uw tuin rekening met de kenmerken van de variëteit en het klimaat in uw regio. Plant de boom bij voorkeur op een zonnige, windbeschutte plek. Kersen geven de voorkeur aan vruchtbare, neutrale grond en verdragen geen wateroverlast. Als de grond te zuur is, voeg dan dolomietmeel en houtas toe. Te kleiachtige grond kan worden verbeterd met zand en turf.

Kersenbomen worden geplant in het vroege voorjaar, nadat de sneeuw gesmolten is, of in de herfst (vóór oktober). Zaailingen worden gekocht bij een kwekerij. Voor het planten kunt u het beste jonge bomen kopen van 1-2 jaar oud met een gezond, vezelig wortelstelsel en vochtige of licht geopende knoppen. Er zijn ook zaailingen verkrijgbaar die in potten zijn gekweekt.

Het gat wordt een maand voor het planten gegraven. Het moet 3 meter van de volgende boom verwijderd zijn. De gatgrootte is 70 x 80 centimeter. De grond wordt gemengd met zand, houtas (305 gram), goed verteerde mest (een emmer), turf en mineralen (105 gram superfosfaat en 105 gram kaliumsulfaat).

De bemeste grond wordt terug in het plantgat gegoten om een ​​heuveltje te vormen. Indien gewenst kan er een paaltje ter ondersteuning worden geplaatst. Vervolgens wordt de zaailing erop gezet en tot aan de wortelhals bedekt met de resterende grond. De grond wordt aangestampt en er worden twee emmers water onder de wortel gegoten.

De boomstam kan worden gemulcht met turf of zaagsel. Direct na het planten moet de centrale stam met 40-50 centimeter worden ingekort.

Verzorging van kersenbomen

Met de juiste verzorging en tijdige bemesting zullen kersenbomen 15 tot 25 jaar lang regelmatig vrucht dragen. Hybride rassen worden als winterhard beschouwd, maar het is verstandig om de bomen te isoleren voordat de vorst invalt.

Bemesten en water geven

De meststof die bij het planten in het plantgat wordt toegevoegd, is goed voor 2-3 jaar. Jonge bomen kunnen in het vroege voorjaar worden bemest met een ureumoplossing (35 gram per 10 liter water). Vruchtdragende bomen worden vóór de bloei bemest met superfosfaat en kaliumsulfaat (50 gram per 12 liter water). Na de oogst wordt de kersenboom opnieuw bemest met kalium en fosfor. Voor de winter wordt de omgeving van de stam gemulcht met humus.

Kersenbomen krijgen alleen water tijdens periodes van droogte en langdurige regenval. Tijdens de bloei en de besvorming is voorzichtigheid geboden: geef 1-2 keer per week 2-3 emmers water onder de wortels. Verminder de watergift tijdens de rijpingsperiode. Overtollig vocht kan ervoor zorgen dat kersenbomen barsten. Geef vóór het begin van het koude weer in de late herfst een vochtaanvullende irrigatie.

Kroonvorming en snoei

De takken van de kersenboom strekken zich omhoog. Deze groei kan worden beperkt door snoei, wat alleen in het vroege voorjaar moet gebeuren (vóór het uitlopen van de knoppen).

In het tweede jaar na aanplant worden alle skelettakken met een derde ingekort. De kroonvorming is voltooid voordat de vruchtzetting begint. Op 4-5-jarige leeftijd blijven de toppen van de takken onaangeroerd; er groeien bessen aan. In de daaropvolgende jaren worden alleen naar binnen groeiende, zieke en dode takken die de kroon dikker maken, gesnoeid.

Bestrijding van plagen en ziekten

Kersenbomen worden ziek als ze te weinig mest krijgen of last hebben van overmatig vocht en insectenplagen. Door de stam van de boom in het vroege voorjaar te behandelen met een ureumoplossing, worden alle insecten die de winter hebben overleefd gedood en worden de stikstofreserves aangevuld. U kunt de stam ook afspoelen met een oplossing van ijzersulfaat of witkalken. Voor de bloei kan het blad preventief worden bespoten met insecticiden (Fitoverm, Karbofos, Iskra-Bio, Akarin).

Kersenbomen kunnen vatbaar zijn voor bruine bladvlekkenziekte, bessenrot, bladvlekkenziekte (vlekken en gaten in de bladeren) en mozaïekziekte (lichtgele kringen op de bladeren). Om deze ziekten te voorkomen, kan het blad in het vroege voorjaar worden bespoten met een oplossing van Bordeaux-mengsel, kopersulfaat of Nitrofen.

Oplossingen van kaliumsulfaat, ureum en houtas helpen plotselinge uitdroging van bladeren en knoppen (verticilliumverwelkingsziekte) te voorkomen. Als er groenbruine vlekken (schurft) op de bessen verschijnen, kan het blad worden bespoten met een oplossing van Kuprozan. Indien er sprake is van loskomend tandvlees, dient de plek schoongemaakt te worden, behandeld te worden met kopersulfaat en afgedekt te worden met tuinhars..

Voorbereiding op de winter

Jonge bomen worden het vaakst beschadigd door vorst. Oudere bomen overleven de winter beter. Vóór de vorst in de late herfst worden kersenbomen geïsoleerd. Verwijder eerst alle afgevallen bladeren, maak de grond rond de stam los, giet 5-6 emmers water onder de wortels en bemest ze. Leg vervolgens een dikke laag mulch rond de stam, bijvoorbeeld humus met turf of zaagsel. De stam wordt witgekalkt en in jute gewikkeld. In de winter moet er regelmatig sneeuw rond de stam worden gestrooid.

Tips voor tuiniers

5 tips van ervaren tuiniers:

1. Droge of overtollige takken kunnen worden gesnoeid voor of nadat de sapstroom is gestopt.
2. Stikstofmeststoffen worden alleen in het vroege voorjaar toegediend.
3. Vóór de winter en aan het begin van de lente moet de stam met kalk witgekalkt worden.
4. In de herfst moeten alle gevallen bladeren onder de boom worden verwijderd.
5. In het voorjaar, bij de eerste zonnestralen, worden de bedekking en de isolatie verwijderd, zodat de boom niet gaat stomen.