Het gebruik van calciumnitraat voor kool, hoe het te voeren en de dosering

Calciumnitraat wordt in de landbouw gebruikt om de kwaliteit van zure grond te verbeteren. Het is een stikstofmeststof en essentieel voor de ontwikkeling van groene massa. Het toedienen van calciumnitraat aan kool bevordert een snelle groei. De combinatie van stikstof en calcium in de meststof zorgt ervoor dat de plant gemakkelijk voedingsstoffen kan opnemen.

Beschrijving van calciumnitraat

Calciumnitraat Ca(NO3)2 is verkrijgbaar als kristallijn poeder of korrels. De kleur kan variëren van wit tot lichtgrijs. Eén kilogram meststof bevat 155 g stikstof en 130 g calcium. Om de hygroscopiciteit te verminderen, wordt ammoniumnitraat toegevoegd aan de hoofdbestanddelen in een concentratie tot 7%.

Voor- en nadelen van het medicijn

Door calciumnitraat te gebruiken kan de opbrengst van koolsoorten aanzienlijk worden vergroot.

1. De meststof wordt gemaakt van natuurlijke stoffen die in de bodem voorkomen.
2. Calciumnitraat hoopt zich niet op in koolkoppen.
3. Calcium zorgt ervoor dat stikstof wordt opgenomen en gelijkmatig wordt verdeeld door de plant, van de wortels tot de bladeren.
4. Verhoogt de weerstand van kool tegen droogte.
5. Versnelt de groei en vorming van het wortelstelsel.
6. Verhoogt de weerstand van gewassen tegen ziekten.
7. Verbetert de smaak en het uiterlijk van koolkoppen.

De hoge hygroscopische eigenschappen van calciumnitraat kunnen als een nadeel worden beschouwd. Bij blootstelling aan vocht tijdens opslag klontert de meststof en verliest zijn waarde. Overdosering of uitstel van toediening van calciumnitraat kan de plantengroei vertragen.

Soorten medicijnen en hun gunstige eigenschappen voor kool

In de landbouw worden verschillende soorten stikstofmeststoffen gebruikt.

Calciumnitraat

In tegenstelling tot andere stikstofhoudende minerale meststoffen verzuurt calciumnitraat de bodem niet. Deze eigenschap is essentieel voor de normale ontwikkeling van kool. Calcium voorkomt de ophoping van nitraten in plantencellen. Dit versnelt de vorming van kool, versnelt het rijpingsproces en verbetert de verkoopbaarheid van kool. De groente is na de oogst langer houdbaar.

Ammoniumnitraat

Ammoniumnitraat bevat tot 35% stikstof in de vorm van ammoniumnitraat. Bij de productie van kunstmest worden mineralen toegevoegd aan standaard ammoniumnitraat.

1. Kalium bevat meer dan 40% kalium en wordt gebruikt voor groenten die dit bestanddeel nodig hebben.
2. Azotosulfaat bevat zwavel, dat weliswaar een rol speelt in de stofwisselingsprocessen, maar bij gebruik de ontwikkeling van groenten remt.
3. Natriummeststof wordt niet gebruikt op solonetzgronden. Het wordt gebruikt voor de teelt van wortelgewassen.
4. Stikstof-magnesiummeststof wordt gebruikt op drassige en zure grond. Bevat magnesium.
5. Calciumammoniumhydroxide wordt gebruikt als complexe meststof. Het corrigeert magnesium-, kalium- en calciumtekorten. Het is het minst hygroscopisch en bewaart beter in vochtige omstandigheden.

Tijdens de teelt worden alle soorten meststoffen gebruikt, afhankelijk van de bodem- en gewasbehoeften. Calciumhoudende meststoffen zijn met name geschikt voor koolbemesting.

Deskundigen adviseren om salpeter te gebruiken op gronden waar eerder magnesium- en natriumhoudende meststoffen zijn gebruikt.

Calcium nitraat helpt bij het verwijderen van overtollige mineralen die schadelijk zijn voor kool.

In welke gevallen is bijvoeding noodzakelijk?

Tijdige stikstofbemesting helpt kool om een ​​sterke krop te vormen. De conditie van de bladeren kan bepalen wanneer bemesting nodig is.

Tekenen van stikstoftekort:

• onderontwikkeling van de bladeren;
• het ontstaan ​​van vlekken en lichte aderen;
• krullen van de bovenste bladeren;
• groeiachterstand.

Wanneer er sprake is van calciumtekort, worden de bladeren blauw.

Wanneer koolbedden bemesten

Calciumnitraat breekt gemakkelijk af bij blootstelling aan vocht en spoelt uit de grond. Daarom is het strooien van calciummeststof in de herfst zinloos. Bovendien is calcium slecht oplosbaar, blijft het in de grond achter en wordt het slecht opgenomen door planten. Zonder stikstof heeft het mineraal een negatieve invloed op de groei van kool.

Het is aan te raden salpeter bij het planten toe te dienen. Voor een efficiënt gebruik dient u de meststof direct in de plantgaten te doseren. Op zandgronden kunt u de meststof in kleine doses en meerdere keren aanbrengen. Deze methode helpt het insijpelen van meststof in de onderste bodemlagen te verminderen. Op klei- en leemgronden is een eenmalige toediening bij het planten mogelijk.

Tijdens de groei van kool is herhaalde bemesting met een waterige oplossing van calciumnitraat noodzakelijk. De conditie en het uiterlijk van de planten bepalen mee het moment waarop extra stikstof en calcium moeten worden toegediend.

Toepassingsmethoden

Voeg in het voorjaar bij het planten van zaailingen droog calciumnitraat toe aan de gaten. Om jonge wortels te beschermen tegen verbranding door blootstelling aan stikstof, strooit u de korrels met een laagje losgemaakte grond. Bij het bewateren lost de meststof op en bereikt deze de wortels in een toegankelijke vorm.

Daarnaast wordt meststof toegediend door de wortels water te geven of de bladeren te besproeien wanneer er een tekort aan voedingsstoffen wordt geconstateerd.

Zaailingen voeden

Als er bij het kweken van koolzaailingen geen meststof is toegevoegd, kunnen de jonge scheuten een week na ontkieming worden bemest. Het poeder of de korrels moeten worden verdund met water in een verhouding van 1 gram per liter. Voor een plantoppervlak van 1 vierkante meter is 5 liter oplossing voldoende.

Bemesten bij het planten in de volle grond

Bij het planten in de volle grond is het aan te raden om onder elke plant droge calciumnitraat te strooien. Strooi een halve theelepel poeder in het plantgat en dek af met minimaal 3 cm losse grond. Plaats de zaailing zo dat de meststof de wortels niet raakt. Geef na het planten ruim water.

Bij grote oppervlakten kan men vóór het ploegen 20 gram salpeter per vierkante meter op de grond strooien.Het toedienen van vloeibare voedingsoplossing is mogelijk na 2 weken.

Actieve groei stimuleren

De behoefte aan stikstofmeststof varieert per ontwikkelingsstadium van kool. De hoogste dosering moet worden toegediend aan het begin van de koolvorming. Dit is de periode van intensieve bladgroei en een verhoogde stikstofconsumptie.

Bemesten doe je door onder de struik water te geven. Dit is de snelste en handigste manier om voedingsstoffen bij de wortels te krijgen. Spuiten is minder effectief om de groei te bevorderen. Elke plant heeft maximaal 2 liter van een standaardoplossing nodig (1 g per liter). Door na het water geven eerst los te maken en te mulchen, blijven de voedingsstoffen onder elke zaailing maximaal behouden.

Om het hoofd te vormen

Vroege koolsoorten hebben geen extra voeding nodig als het loof in goede conditie is. Late en middellate soorten krijgen een derde voeding om de vorming en groei van de krop te bevorderen. De waterbeurten moeten minimaal twee weken duren. Het is aan te raden om de calciumnitraat aan te vullen met natrium- en kaliummeststoffen in gelijke verhoudingen.

Gedurende deze periode kunt u voeding geven door te sproeien en water te geven bij de wortels.Om te voorkomen dat de koolbladeren te veel groeien en de kropvorming daardoor wordt belemmerd, moet in de tweede helft van de zomer worden gestopt met bemesten.

Gebruiksfuncties op de site

Calciumnitraat is geschikt voor alle gewassen. Het mag echter niet overmatig worden toegediend. Het wordt afgeraden om het toe te passen op percelen waar stikstofhoudende organische meststoffen zijn gebruikt. Komkommers en meloenen hopen stikstof op in hun vruchten. Overmatige bemesting van de grond in bedden waar deze gewassen worden geplant, zal leiden tot een verslechtering van de vruchtkwaliteit.

De behoefte aan meststoffen voor verschillende gewassen

Verschillende koolsoorten verbruiken stikstofmeststoffen op basis van hun ontwikkelingskenmerken.

Gekleurd

Bemest bloemkoolzaailingen 10 dagen na het planten in de volle grond met een salpeteroplossing (10 g per emmer water). Ammoniummolybdaat en boorzuur in gelijke verhoudingen aan de oplossing toevoegen, verbetert de groei van bloemkoolplanten.

Drie weken na de eerste toediening van stikstofmeststof moet een tweede toediening van complexe meststof met toevoeging van gelijke hoeveelheden fosfor en kalium worden gedaan.

Pekinees

Chinese kool kenmerkt zich door losse, langwerpige kroppen, rijk aan vitaminen en mineralen. Deze variëteit wordt beschouwd als een vroegrijp ras. Om smakelijke en grote kroppen te ontwikkelen, is het daarom voldoende om vóór het planten stikstofmeststof op de grond aan te brengen en 2-3 weken na het planten een fosfor-kaliumsupplement toe te dienen.

Broccoli

De voedingsbehoefte van broccoli is vergelijkbaar met die van bloemkool. Bij deze rassen spelen borium- en molybdeentekorten een grotere rol. Stikstofbemesting mag maximaal twee keer worden uitgevoerd, met tussenpozen van 10-14 dagen.

Witte kool

Bij groeiende late variëteiten van witte kool Ammoniumnitraat wordt aanbevolen voor gebruik vóór het planten en als eerste uitgebreide meststof onder de struik. Later mesten kan de vorming van de bloemhoofd vertragen. Voor de derde meststofbeurt, als de planten nog niet goed ontwikkeld zijn, is het het beste om een ​​complexe meststof te gebruiken die calcium, fosfor en kalium bevat.

Bodemsoorten

Kool stelt hoge eisen aan de samenstelling en kwaliteit van de grond. Een goede oogst wordt behaald op vruchtbare zwarte grond. Op leemgrond kan de kooloogst laag uitvallen, zelfs met kunstmest. Bij het telen van kool op zandgrond is extra bemesting vereist.

Dosering en bereiding van de werkoplossing

Om een ​​gietoplossing te bereiden, voegt u de benodigde hoeveelheid poeder of korrels toe aan het water en roert u dit. Gebruik de oplossing op dezelfde dag als de bereiding. De meststof verliest zijn werking tijdens de opslag.

Kan het gecombineerd worden met andere medicijnen?

Ammoniumnitraat wordt in een oplossing gemengd met eventuele fosfor-, kalium- en zwavelmeststoffen volgens de instructies voor de bereiding.

Veiligheidsmaatregelen

Draag standaard hand- en ademhalingsbescherming bij het werken met salpeter. Bij het bewaren van het product is het belangrijk om onbedoelde inname van de suikerachtige stof te voorkomen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als het product is ingeslikt.

Beoordelingen van tuiniers over salpeter

Vasily Mikhailovich, regio Novgorod

Salpeter is goed voor kool. Zelfs zwakke zaailingen leveren een prachtige oogst op als je ze op tijd bespuit. Maar ik ben altijd voorzichtig met overdosering. Ik heb gehoord dat nitraten erg schadelijk zijn voor de gezondheid.

Marina, Kemerovo Oblast

Ik bemest de grond altijd met salpeter bij het planten van zaailingen. Ik heb nog nooit kool tekort gehad. In tegenstelling tot mest, waar tuinders zo enthousiast over zijn, kost salpeter een paar centen. En ik heb geen verandering in de smaak gemerkt. Dit is niet het eerste jaar dat ik het kweek.