Beschrijving en teelttechnieken voor de Muromets-druivensoort

De Muromets-druivensoort is een favoriet onder wijnbouwers in het hele land. Zijn populariteit is terecht. Muromets is een vroegrijpe rode tafeldruif. De bessen, met hun donkerpaarse schil, kunnen 106-110 dagen na het begin van het groeiseizoen geoogst worden. Deze variëteit is geschikt voor zowel de particuliere als de commerciële teelt. Hij heeft een opmerkelijke smaak en een prachtige presentatie.

Beschrijving en kenmerken

De Muromets-druif groeit snel en bloeit uitbundig. De trossen zijn groot en zwaar. Takken breken soms onder het gewicht van rijpe bessen. Het is raadzaam om overtollige bloeiwijzen vóór de bloei te verwijderen. De variëteit vereist tijdige snoei. Er moeten in totaal 40-45 knoppen aan de struik zitten. Er mogen niet meer dan 10-20 scheuten per wijnstok overblijven. Elke tak mag één bloeiwijze hebben.

Wijnstok

Deze plant groeit uit tot een hoge, stevige struik. De klimplant groeit snel en bereikt een hoogte van 1,9-3 meter. Direct na het planten in bemeste grond vormen de stekken scheuten. De groei en ontwikkeling van de plant vereisen zorgvuldige controle en tijdige snoei.

De bladeren zijn enorm, groen, vijflobbig, met ingezonken nerven en gekartelde randen. Het bladoppervlak is mat en gerimpeld.

Deze variëteit wordt gekenmerkt door vergroeiing van het onderste deel van de hoofdscheut en scheutgroei buiten de oksels. De takken worden soms plat en de uiteinden splijten.

Bloeiwijzen

De bloemen zijn tweeslachtig, klein en staan ​​in trossen in bloeiwijzen. De vruchtbeginsels zijn voor 99 procent gevormd. Onder gunstige weersomstandigheden zijn de bloemen goed bestoven. Als er tijdens de bloeiperiode veel regen valt, kunnen de vruchten erwtvormig worden.

Bessen

Muromets produceert grote, kegelvormige trossen vol bessen, elk met een gewicht van bijna 0,45 kilogram. Met de juiste verzorging kan één tros tot wel 1000 gram wegen.

De bessen zijn ovaalrond van vorm en donkerpaars van kleur. Aan de oppervlakte is een wasachtige bloei zichtbaar die de bessen beschermt tegen micro-organismen en ongunstige weersomstandigheden.

Elke bes weegt 5 gram en is 23 millimeter lang. Door de bessen tijdens het rijpen uit te dunnen, worden ze groter. Elke bes bevat 1 tot 4 kleine zaadjes. Soms ontbreken de zaadjes. De schil is dun, zacht en gemakkelijk te scheuren, waardoor je hem nauwelijks kunt eten.

Smaak

Rijpe druiven hebben vlezig, sappig en knapperig vruchtvlees. De smaak is zoet met een subtiele zuurheid. De Muromets-variëteit kenmerkt zich door een hoog suikergehalte (17-19 procent). De druiven hebben een licht muskaataroma.

Groeiregio's

De Moeromets-druivensoort is bestemd voor Centraal-Rusland en kan worden verbouwd in de Beneden-Wolga en de Oeral, in de regio Moskou, en in Siberië en het Verre Oosten.

Geschiedenis van selectie

Muromets werd in de jaren 60 ontwikkeld in het Centraal Laboratorium van Ivan Michurin. De Severny- en Pobeda-variëteiten werden gebruikt voor de kruising. De nieuwe variëteit werd ontwikkeld door Ivan Filippenko en Elena Shtin. De Severny-druif ontleent zijn uitstekende winterhardheid aan de druif en de Pobeda zijn opmerkelijke smaak.

Het nieuwe ras is vernoemd naar de held Ilja Moeromski. Het nieuwe ras produceerde zeer grote trossen. De druiven van Moeromski werden lange tijd getest. Pas in 1988 werd het ras opgenomen in het rijksregister.

Belangrijkste kenmerken

Het belangrijkste kenmerk van de Muromets-druif is zijn vroege rijpheid. Er is simpelweg geen andere vroegrijpe variëteit die geschikt is voor de teelt in Centraal-Rusland.

Droogteresistentie

Muromets-druiven verdragen droogte goed. De druiven hebben alleen aan het begin van het groeiseizoen maximale vochtigheid nodig. Tijdens de rijping zijn neerslag en water geven ongewenst.

Vorstbestendigheid

De klimplant kan temperaturen tot -26 graden Celsius verdragen. Sommige knoppen kunnen echter bevriezen, dus het is het beste om de struik te isoleren voordat de kou toeslaat. De kans op bevriezing van de klimplant is 9 tot 20 procent.

Productiviteit en vruchtvorming

De vruchten rijpen begin augustus, soms iets later. De rijpingstijd wordt beïnvloed door het klimaat van de teeltregio. Op zuidelijke breedtegraden vindt de oogst meestal eind juli plaats.

In koudere streken rijpen de bessen begin september. In elke regio zijn de trossen 100 procent rijp.

Muromets is een gewas met een hoge opbrengst. Gemiddeld kan één volwassen struik 8-16 kilo bessen opleveren. Bij overbezetting kunnen de bessen alleen in het bovenste deel van de tros rijpen, terwijl de onderste delen kunnen verwelken voordat ze rijp zijn. Het is raadzaam om de opbrengst te reguleren.

Toepassingsgebieden van fruit

Bij hoge luchtvochtigheid barsten de druiven open en in deze toestand worden ze alleen gebruikt voor het maken van sappen, compotes en jam. Bij droog weer kunnen de trossen wel anderhalve maand aan de wijnstok hangen, waardoor er suikers ontstaan.

Op industriële schaal worden Muromets-druiven verbouwd voor de verkoop of de productie van wijn.

De oogst voor de verkoop vindt plaats in augustus, tijdens de periode van technische rijpheid, wanneer de bessen de voor de variëteit karakteristieke kleur krijgen en zoetig van smaak worden.

Voor dure tafelwijnen worden de druiven in september geoogst. Voor dessertwijnen worden de druiven in oktober geplukt. De druiven kunnen echter alleen lang aan de wijnstok blijven hangen als de weersomstandigheden gunstig zijn.

Weerstand tegen ziekten en plagen

Zoals elke druivensoort is Muromets gevoelig voor meeldauw, grauwe schimmel en echte meeldauw. Om de plant tegen ziekten te beschermen, worden preventieve behandelingen met colloïdale zwavel en koperhoudende preparaten gebruikt. Insecticiden worden gebruikt om insectenplagen te bestrijden. Deze variëteit wordt vaak aangevallen door wespen. Vogels pikken niet aan de druiven.

Transporteerbaarheid

Muromets-druiven zijn goed te transporteren. De bessen behouden hun vorm goed, zonder te kneuzen of te barsten. Trossen die bij droog weer worden geplukt, kunnen 1-2 maanden op een koele plaats of in de koelkast worden bewaard.

Voor- en nadelen van de variëteit

Voordelen van Muromets:

• vroege rijpingsperiode;
• enorme bosjes;
• heerlijke smaak;
• goede houdbaarheid en transporteerbaarheid;
• hoge opbrengst;
• uitstekende winterhardheid;
• volledige rijping van de trossen.

Nadelen van deze variëteit:

• neiging tot erwten bij gebrek aan warmte;
• vereist gewasrantsoenering vanwege overtollige bloeiwijzen;
• scheuren door overtollig vocht tijdens het rijpen;
• lage weerstand tegen echte meeldauw en grauwe rot;
• vaak aangevallen door wespen.

Hoe je correct plant

Druiven zijn een zonminnende plant. Donkere druivenrassen hebben meer warmte nodig dan lichtgekleurde druivenrassen. Moeromets-druiven hebben echter een kort groeiseizoen. Deze druivensoort rijpt in bijna elke regio van Rusland.

Aanbevelingen voor het kiezen van deadlines

Druiven kunnen in het vroege voorjaar geplant worden, vóór het uitlopen van de knoppen (midden maart), of in de herfst, vóór oktober. Planten in de herfst is niet geschikt voor noordelijke streken, waar jonge zaailingen geen tijd hebben om zich te vestigen voordat de vorst invalt. In het voorjaar geplante planten hebben de tijd om te groeien en sterker te worden in de zomer.

Jonge zaailingen met bloeiende bladeren, die in een pot worden verkocht, kunt u het beste planten als de kans op nachtvorst voorbij is, dat wil zeggen in mei.

Een locatie kiezen

Het is het beste om druiven te planten op een zonnige, beschutte plek, beschut tegen koude wind. Kies een helling op het zuiden of zuidwesten.

In koude streken kan de plant aan de zuidkant van het huis of de schutting geplant worden.

Druiven verdragen geen stilstaande lucht en water. Na regen mag er zich geen vocht ophopen aan de voet van de wijnstok. Laat 1,5 meter ruimte vrij tussen de aangrenzende planten.

Bodemvereisten

Druiven geven de voorkeur aan vruchtbare grond met een neutrale of lichtzure pH. Hoewel de plant een alkalische omgeving prefereert, dient de grond kalkvrij te zijn. Een teveel aan carbonaten heeft een negatieve invloed op de kwaliteit en opbrengst van de bessen en leidt tot bladchlorose.

Voorbereiding van de locatie

Maak een maand voor het planten een gat en bemest de grond. Vermijd overbemesting om verbranding van de jonge plant te voorkomen. Graaf een gat van 80 centimeter diep. Voeg bij kleiachtige grond een beetje turf en zand toe. Meng de uitgegraven grond met mest (een halve emmer), houtas (300 gram) en stikstof-, fosfor- en kaliumsupplementen (elk 50 gram).

Hoe plantmateriaal selecteren en voorbereiden

Voor het planten is het het beste om een ​​eenjarige zaailing te kopen. Deze zal in het tweede jaar zijn eerste oogst opleveren. De zaailing moet een gezond wortelstelsel hebben, met meer dan drie wortels van 12 centimeter lang en 4 millimeter dik. Voor het planten moet de plant worden ondergedompeld in een voedingsoplossing. De wortels kunnen worden ontsmet met hexachloraan. De wortels en de hoofdscheut moeten licht worden ingekort. Er moeten vier tot vijf knoppen aan de scheut blijven zitten.

Plantdiagram

De bemeste grond moet terug in het gat worden gedaan. Je kunt een beetje grind op de bodem leggen voor de drainage. Maak vervolgens een gat van 40 centimeter diep in de grond en plant de jonge zaailing erin. Bedek de wortels van de plant met aarde en geef vervolgens water met twee emmers water. De grond kan worden gemulcht met turf. Plaats een trellis of stok bij de druiven.

Onderhoudsinstructies

Muromets-druiven vereisen tijdig bemesten en geplande snoei. De plant is minder vatbaar voor ziekten als deze in het voorjaar, vóór de bladontwikkeling, wordt behandeld met colloïdale zwavel en kopersulfaat.

Watergeefmodus

De wijngaard wordt alleen bewaterd tijdens droogteperiodes. In het voorjaar, vóór de bloei, is een wateraanvulling nodig, waarbij 5-10 emmers water onder de wijnstok worden gegoten. Dezelfde procedure wordt uitgevoerd in de late herfst, voordat de vorst invalt. Aan het begin van het groeiseizoen, tijdens droogteperiodes, wordt de plant één keer per week bewaterd, maar dan royaal. 3-5 emmers water worden onder de wijnstok gegoten. Tijdens de rijpingsperiode wordt de bewatering stopgezet.

Topdressing

Muromets-druiven hebben tijdig bemesting nodig. Vóór de bloei kan de plant worden gevoed met kaliumsulfaat, superfosfaat of gefermenteerde mest. In de zomer kan de struik worden besproeid met een boorzuuroplossing. Voor de winter moet de voet van de wijnstok worden geïsoleerd met humus.

Voorbereiding op de winter

De voet van de klimplant moet worden geïsoleerd met humus en een dikke laag aarde wanneer de temperatuur daalt tot -5 °C (-4 °F). De klimplanten kunnen van het trellis worden gehaald en naar de grond worden gebogen wanneer de thermometer -10 °C (-12 °F) bereikt. De bovenkant van de klimplanten kan worden bedekt met aarde, agrofibre over bogen gespannen, of jute.

Mulchen

De grond rond de boomstam kan worden gemulcht met turf, plasticfolie of zaagsel. Mulch beschermt de grond tegen sterke verdamping en voorkomt de groei van onkruid.

Preventie van ziekten en plagen

Om planten te beschermen tegen schimmelziekten (meeldauw, meeldauw, grauwe schimmel) wordt in het voorjaar preventief gespoten met een oplossing van kopersulfaat en colloïdale zwavel.

Het loof kan behandeld worden met fungiciden (Strobi, Agiba-Peak, Topaz).

Van alle plagen zijn wespen de meest voorkomende plaag die Muromets-druiven aantast. Vallen, lokaas en azijnsprays worden gebruikt om ons tegen insecten te beschermen. Het is aan te raden wespennesten te identificeren en te vernietigen.

Trimmen

Struiken vormen kan op verschillende manieren. Voor planten die in de winter afgedekt moeten worden, wordt een waaiervormige snoeimethode met meerdere armen gekozen. De op deze manier gevormde scheuten kunnen voor de winter in losse bundels worden gebonden en op de grond of in een greppel worden gelegd.

Methoden van voortplanting

Muromets-druiven worden vegetatief vermeerderd door middel van stekken of afleggen. Deze vermeerderingsmethode levert een plant op met dezelfde kenmerken als de moederplant. Verse stekken worden genomen, 10 centimeter lang, met 2-3 knoppen. Deze worden in bekers geworteld en vervolgens verplant naar hun vaste plek.

Voor vermeerdering door afleggen neemt u een eenjarige klimplant en buigt u deze naar de grond. Dit doet u in het voorjaar en de grond wordt de hele zomer vochtig gehouden.

Langdurig contact met de grond zorgt ervoor dat de scheut een eigen wortelstelsel ontwikkelt. In de herfst kan de scheut van de moederplant worden afgesneden en op de vaste plek worden geplant.

Oogsten en bewaren

De druiven worden met een schaar afgesneden in het stadium van technische rijpheid, wanneer de bessen hun karakteristieke kleur hebben gekregen en hun scherpe smaak hebben verloren. Gezonde trossen, vrij van ziektes en insecten, kunnen tot twee maanden in de koelkast worden bewaard.

De vruchten kunnen geplukt worden wanneer ze volledig rijp zijn. Zoete druiven worden vers gegeten of gebruikt voor de productie van wijn, sap en jam. De bessen worden gedroogd tot rozijnen.

Tips van ervaren tuiniers

Aanbevelingen voor het telen van druiven:

• Je kunt de plant niet in de schaduw planten – de druiven zullen slecht groeien en een bescheiden oogst opleveren;
• er mogen niet meer dan 2 trossen aan de scheut blijven zitten, anders worden de bessen klein;
• hoe langer de trossen aan de struik hangen, hoe zoeter ze worden;
• druiven mogen alleen bij droog weer worden geoogst;
• Als er tijdens de rijpingsperiode veel regen valt, kan de wijngaard met folie worden afgedekt.